cover
Een beetje barbaar weet dat er op hem gewacht wordt. Hij stelt zijn komst uit.
07-11-2023

Beschaafd barbaars

Ik las een stuk in het NRC over Russische kinderen die van hun leraar brieven moeten schrijven naar soldaten aan het front. Een van de kinderen zou geschreven hebben dat hij hoopt dat de soldaat niemand zal doden, wat het kind straf opleverde: Wie had hem gevraagd zijn mening te geven? Ik moest denken aan een gruwelijke scene in Coetzee's Wachten op de barbaren, waar de centrale overheid plots in een woestijnstadje het beheer overneemt omdat barbaren een aanval zouden voorbereiden.

De burgemeester is verbaasd: de mensen daarbuiten zijn niet gewelddadig, het zijn vissers en nomaden die niemand ooit iets hebben aangedaan. Maar de legerleiding is van de aanstaande agressie overtuigd en trekt erop uit om even later met een aantal gevangengenomen barbaren terug te keren die ze op het stadsplein vernederen en martelen. Om de massa op zijn hand te krijgen haalt de legercommandant een jong meisje uit het publiek en draagt haar op een van de barbaren te pijnigen. Eerst wil het kind niet, onder aansporing doet ze de man aarzelend pijn, en als er dan gejoel en gejuich uit het publiek opstijgt, lijkt het kind te genieten van de pijn die ze de onschuldige man toebrengt.

Het is een beproefd concept: De ander tot barbaar bestempelen zodat het 'eigen' volk superieur wordt, en vervolgens beweren dat de barabaar uit is op vernietiging van dat superieure gedachtengoed, zodat de ander barbaars kan worden uitgemoord.

Het hebben van een vijand verenigt ook in Wachten op de barbaren: de stadsbewoners in het voormalige slaperige stadje leven op. Alleen de burgemeester raakt vervreemd: de mensen over wie hij zo lang het gezag voerde, zijn niet langer zijn mensen. Hij herkent zich niet meer in zijn volk. Meer sympathie heeft hij voor de zogenaamde barabaren. Hij wordt zelfs verliefd op een blind gemarteld meisje met wie hij in het geniep een erotische relatie begint. Hij geeft haar onderdak, bescherming en bezorgt haar werk in de keuken. In ruil daarvoor verblijft het meisje ’s-avonds bij hem. Hij overtuigt zichzelf dat het meisje vast ook verliefd op hem is. 

Maar de burgemeester kan zijn hypocrisie niet lang volhouden. Beladen met schuldgevoel trekt hij erop uit om het kind terug te brengen naar haar volk, een barre tocht die bijna zijn dood wordt. Bij terugkeer wordt hij door het leger beschuldigd van verraad. Nu wordt ook hij behandeld als barbaar, gemarteld en vernederd, ten overstaan van de mensen die hij lang diende, maar door wie hij nu wordt uitgelachen en bespot. De burgemeester verliest zijn waardigheid en blijkt een angstig man; naakt struint hij door de straten op zoek naar mensen die hem een aalmoes gunnen. 

Als een groepje soldaten gehavend terugkeert van een missie, er een dam wordt gesaboteerd en een meisje verkracht, slaat de schrik van de dorpsbewoners hen om het hart; dit moet het werk van de barbaren zijn. De legerleiding slaat op de vlucht, ze laten de stadbewoners aan hun lot over. Het duurt niet lang of de bespotte, dwalende dorpsgek wordt weer burgemeester. Zijn enige angst nu, is dat de barbaren op een dag voor de poorten van de stad zullen staan. Niet dat hij hun agressie of wraak vreest; hij vreest dat de barbaren op een dag willen worden als zijn volk, zichzelf gaan beschouwen als beschaafden, en dan werkelijk barbaars zullen worden.

Deel via: