
De ontsnappingskunstenaar
Eind jaren negentig reed ik elke vrijdagmiddag van Leiden naar de Zeedijk in Amsterdam voor een comic-store die gerund werd door Henk, een man met Chinese roots. Op vrijdagmiddag kwamen de nieuwe comics binnen; met een vast groepje van acht man wilden we erbij zijn als de comics in grote kartonnen dozen met een koerier binnenkwamen: tape opensnijden, flappen uitvouwen, de geur van inkt en belofte, alsof de Amerikaanse droom met die kartonnen doos was meegereisd. Soms strijden om special editions, uitgaven met een bijzonder omslag waarvan er maar een beperkt aantal beschikbaar waren.
Ja, we waren verslaafd, comics was niet iets wat zich alleen maar in die 32 pagina's afspeelde, het bepaalde ons leven, hoe we dachten en wat we in de wereld zetten. In het groepje waar ik onderdeel van was zat een bekende zanger: zijn geroemde teksten kon ik terugleiden naar ballonteksten. Er zat een journalist bij wiens optimisme afhing van de comics die hij las. En de romans die ik later zou schrijven, dragen de sporen van de comics uit die tijd.
Vanaf zaterdagochtend, als ik het laatste nummer alweer had uitgelezen, leefde ik toe naar die vrijdagmiddagen, kon niet wachten om weer in een nieuwe episode te duiken van comic schrijvers als Garth Ennis en Neil Gaiman. Ennis' The Preacher vond ik shockerend: een priester die na een blikseminslag twijfelt aan het bestaan van God met zoveel onrecht in de wereld en uit idealisme en algehele liefde het recht in eigen hand neemt om de wereld een stukje mooier te maken door hier en daar iemand een kopje kleiner te maken. En het tedere Death van Gaiman: de dood als een punk-meisje dat aan je deur klopt, alsof ze met je uit wil, en tijdens die ontmoeting soms ook compassie krijgt en je nog wat respijt geeft.
Toen ik in 1999 een boek schreef over beeldtaal in populaire cultuur en van uitgever Thames en Hudson de wereld mocht overvliegen om allerlei schrijvers en ontwerpers te interviewen, stond Neil Gaiman bovenaan mijn lijst. Het was nog voor de tijd dat hij beroemd werd en zijn comics succesvol verfilmd werden. Ik moest er een extra vlucht voor inruimen, naar Mineapolis, een deel van Amerika waar ik verder niemand zou interviewen. Ik zou dat nu niet meer voor elkaar krijgen. Ik weet nog dat er een ongelooflijk pak sneeuw was gevallen, zeker een meter hoog, om te kunnen landen moest de baan vrijgemaakt worden, het leek een eeuwigheid te duren, en tijdens de landing werd er in de stoelen om mij heen geschreeuwd en gebeden, gleden we na een bonkende landing bijna van de baan. Ik heb aan de vlucht een hardnekkige vliegangst overgehouden.
Gaiman was net als Death in zwart gekleed en een van de meest aardige mensen die ik ooit heb ontmoet. Het interview duurde geen uur, maar een dag en bestond uit het bezoeken van comic-stores met Gaiman als gids: wie hem hadden geïnspireerd, wat ik ook nog zou moeten lezen, en comics die hij zelf had geschreven maar niet meer verkijgbaar waren, die haalde hij uit zijn archief en kreeg ik gesigneerd mee als bedankje dat ik hem had bezocht. Die comics hebben een dierbare plek in mijn collectie.


Toen in 2000 mijn boek met interviews uitkwam (Symbol Soup) was ik niet zo zeer euforisch over die publicatie (ik had er al zo lang aan gewerkt) maar raakte ik in de ban van een ander boek dat in hetzelfde jaar uitkwam: The Amazing adventures of Kavelier & Clay van Michael Chabon. Een roman over het ontstaan van Amerikaanse comics met verwijzingen naar tal van pioniers waar Gaiman me een jaar eerder op had gewezen.
Het boek is ongelooflijk goed geschreven, het plezier spat ervanaf. Mooie beeldende taal, en met dialogen zo soepel als in een comic. En die kwaliteit werd gezien: The Amazing adventures of Kavelier & Clay won de Pulitzer Price. De roman gaat over twee neven, Joe en Sam. Joe Kavelier woont in Praag als Hitler Europa de oorlog verklaart. Joe weet met hulp van zijn goochelleraar te ontsnappen in een doodskist en komt na een lange reis aan bij zijn neef Sam Clay die in Brooklyn woont en comics schrijft, op dat moment niet meer dan een tekstje met een tekening om een product te verkopen.
Maar in die status brengen Joe en Sam verandering. Joe blijkt een artistiek talent en wordt gedreven door nazi-haat. Zijn familie heeft hij in Tsjechië moeten achterlaten en de enige manier om voor hen te vechten is via zijn talent: hij verzint The Escapist, een superheld die het opneemt tegen de nazi's, een verhaal dat eerst nog met enige sceptisme wordt ontvangen. Maar als ook Amerika in de oorlog betrokken raakt, lopen de verkoopaantallen in de miljoenen en leggen Joe en Sam de basis voor de Golden Age of American comics.
Joe kan met zijn verworven vermogen een plek voor zijn jonge broer kopen op een schip dat Joodse kinderen uit nazi-gebied smokkelt. Maar eenmaal onderweg wordt de boot door Duitsers aan flarden geschoten - de opvarenden verdrinken. Joe raakt verscheurd van schuldgevoel en meldt zich bij het leger om tegen de nazi's te vechten. Sam heeft zo zijn eigen sores, hij voelt zich aangetrokken tot mannen en wordt publiekelijk ten schande gemaakt. Het gouden-duo valt uiteen.
De roman geeft een prachtig tijdsbeeld van New York en de thema's uit die tijd: de dreiging van een oorlog, de onderdrukking van homeseksualiteit, de beginnende uitwassen van het kapitalsime. Een tijd die vraagt om een nieuwe held: The Escapist, een figuur die zich uit alle onderdrukkingsvormen weet te bevrijden.
Onder de Great American Novel worden vaak de romans beschouwd van Roth of Updike, of eerder terug in de tijd die van John Steinbeck, Mark Twain en Sinclair Lewis. En met een beetje geluk (en heel terecht) het werk van Toni Morrison en Joyce Carol Oats. Maar ik denk ook aan dit boek van Michael Chabon. Ik hou van dit boek. Elke tijd waarin onderdrukking en globale angst toeslaan heeft een nieuwe held nodig, of helden, die een vluchtroute verzinnen, waardoor er weer ruimte ontstaat voor nieuwe ideeën en nieuwe gedragingen die minder onderdrukkend zijn. Comic doen daar een luchtige voorzet toe.
Joe geeft The Escapist een credo mee dat hij van zijn goochelleraar heeft meegrekregen toen hij uit Tsjechië ontsnapte: Forget about what you are escaping from. Reserve your anxiety for what you are escaping to. Een credo dat uit de omlijnning van een ballontekstje losbreekt.

De Apocalyps
I believe in the power of the imagination to remake the world, to release the truth within us, to hold back the night, to transcend death.
Beschaafd barbaars
Een beetje barbaar weet dat er op hem gewacht wordt. Hij stelt zijn komst uit.
Pijn aan je oren
Don’t ever think I fell for you, or fell over you. I didn’t fall in love, I rose in it.
We zijn een wording
Herken je ook misschien, dat ook jij, een minuut geleden iemand anders was?
Zinnen van vlees en bloed
Ik wil je stem terugstoppen in je lichaam, daar waar hij thuishoort.
Verlangensmachine
Ik heb dingen meegemaakt.