cover
Ik wil je stem terugstoppen in je lichaam, daar waar hij thuishoort.
25-01-2024

Het onbekende als houvast

Zijn enige houvast is een aktetas die niet van hem is en die hij in de vlucht uit een kantoor heeft meegenomen. De stad is zijn stad niet meer, New York ligt in puin van gevallen torens. Onder het stof en met lichte verwondingen loopt hij automatisch naar het huis waar hij lange tijd heeft gewoond en waar zijn ex-vrouw en zijn zoontje nog steeds verblijven. Maar hij voelt zich daar niet meer thuis. Dolend probeert hij de eigenaar van de aktetas te achterhalen en komt uit bij een vrouw met wie hij een relatie begint. Twee vreemden die zich tot elkaar aangetrokken voelen door het drama dat ze hebben overleefd, dat hen heeft vervreemd en waarin ze liefde vinden.

Ik vond onlangs op de boekenmarkt op het Spui een stapel gesigneerde eerste drukken van Don Delillo, waaronder Falling Man; ik was als een kind zo blij. Ik heb een fascinatie voor zijn romans, voor het thema vervreemding dat in veel van zijn boeken terugkeert. Er hangt altijd iets dreigends in de lucht. Zijn hoofdpersonen komen steevast in een situatie terecht waarin ze hun eenzaamheid en onbehagen niet meer kunnen bedekken. Mensen raken vervreemd van zichzelf en de wereld, belanden op het randje van paranoia.

In De namen is de hoofdpersoon ook een gescheiden man die dicht in de buurt van zijn vrouw wil zijn als zij met hun kind naar een Grieks eiland vertrekt om daar archeologisch onderzoek te doen. Hij werkt vanuit Athene. Wat hij precies doet weet ik niet, iets met rapporten over de veiligheid van landen in het Midden-Oosten - hij kan het zelf ook niet goed uitleggen. Dan vindt er plots een moord plaats op het eiland waar zijn vrouw verblijft. Is de moord begaan door een religieuze sekte? Er vallen meer slachtoffers en hun initialen worden in stenen gekerfd en naast elkaar gelegd. Zit er een boodschap in die taal? En wat betekent dat dan? Of wekt die taal alleen maar een suggestie van betekenis, de taal van absurd geweld die onder het mom van religie waarde moet krijgen?

Ratner's star ben ik nooit helemaal doorgekomen. Dertig pagina's voorbij het omslag, hooguit, maar het was geen straf steeds het boek weg te leggen en te genieten van de vormgeving van het omslag. Het verhaal zou gaan over een kind met de uitzonderlijke gave om mysterieuze boodschappen uit de ruimte te ontcijferen. Ook hier dus weer taal en de dreiging die uitgaat van iets wat we niet kunnen ontcijferen - het onbekende, waar we geen controle over hebben.

Grote maatschappelijke thema’s vertaalt DeLillo naar persoonlijke en alledaagse situaties. Terrorisme, complotherieën (Libra) de uitwassen van het kapitalisme, dreiging vanuit de ruimte, de verwarring die onze eigen perceptie met zich meebrengt, hoe taal de illusie wekt de realiteit te structuren, de invloed van media en technlogie...

Geen filosofische uitweidingen, geen agenda die je opgedrongen krijgt. Meestal val je bij DeLillo zomaar ergens het verhaal binnen en vergt het nogal wat puzzelwerk om te ontwarren wat er precies aan de hand is. Sommige boeken, waaronder Vallende Man, heb ik drie keer weggelegd omdat ik dacht iets gemist te hebben maar met teruglezen niet kon achterhalen wat dat zou moeten zijn, en dan afhaakte. Maar dan toch, wat ik wel had gelezen, nestelde zich in me en zette me even later aan het boek toch weer op te pakken.

In Americana, zijn debuut, wordt de scheidslijn tussen fictie en realiteit poreus: een zakenman wil een avant-gardistische film maken waarin zijn ware zelf centraal zou moeten staan. Pas in film wordt hij echt. Running dog gaat over een vermeende seksfilm waarin Hitler in een orgie te zien zou zijn in de laatste dagen van zijn leven in een ondergrondse Berlijnse bunker. Als de pers er verslag van doet raken verschillende figuren erdoor geobsedeerd en willen het in bezit krijgen, desnoods met geweld.

Waar vinden we houvast? Hoe houden we ons staande? Waar komt de dreiging vandaan en kunnen we ons ertegen beschermen?

Literatuur is geen pamflet: DeLillo kiest geen partij, verkent, zijn romans hebben voor mij dan ook een essayistisch karakter, eerder dan dat er toegewerkt wordt naar een eenduidig plot die moreel makkelijk te verteren valt.

Ik las een interview met schrijver Martin Amis - ik dacht in het NRC - die beweerde dat het niet meer van deze tijd is om romans te maken waar de lezer zelf de betekenis moet ontwarren. De lezer moet aan de hand genomen worden. Ik hoop dat hij ongelijk heeft.

Ik vind het lastig als een roman me vertelt wat er precies aan de hand is, de schrijver de emoties van personages zo expliciet uit de doeken doet dat ik als lezer het gevoel heb bespeeld te worden. Ik kon Een klein leven niet aan. Ik had het gevoel dat ik erin geluisd werd. Ik puzzel liever, of nee, misschien is dat niet waar, want het kan me ook irriteren als het allemaal te vaag blijft. DeLillo bezit de kunst om in ambigue taal je op een spoor te zetten zonder je iets voor te schrijven, met humor en tederheid, en zonder als schrijver zijn oordeel aan je op te dringen.  

Delillo's laatste roman is een verstilde novelle. In Silence keert een echtpaar terug van een verblijf uit Europa en onderweg naar Amerika valt alle electriciteit uit. Media en technologie gaan op zwart: we hebben geen schermen meer om naar te kijken, geen talking heads meer die voor ons denken en hun meningen opdringen. Het vliegtuig zweeft door een verstild eindeloos zwart.

Deel via: